dinsdag 5 juni 2018

Vervolg Reims- Langres 18 tot en met 30 mei 2018

Inmiddels is het meer dan een half jaar geleden dat we het eerste deel van onze tocht ‘staakten’ in Reims. Dat staken was voorzien, maar het is even spannend hoe het is om voor twee weken de draad weer op te pakken.
De reis naar Reims verloopt voorspoedig en na aankomst zetten we koers naar de kathedraal. Het is verrassend om te zien dat steigers die er in september nog stonden verdwenen zijn. De contouren van de kerk vormen zo een prachtig contrast met de strakblauwe lucht op deze vrijdag voor Pinksteren. We krijgen een stempeltje en kijken nog even rond in de kerk. Het voelt heel vertrouwd en het is alsof we er gisteren nog waren.


De volgende dag starten we op tijd en gaat onze tocht verder door een volgend deel van Frankrijk.

Het lijdt geen twijfel dat we in de Champagnestreek zijn. Met name de eerste dagen bestaan de vergezichten alleen uit wijngaarden en laten we heel wat voetstappen achter op de paden die ons door de wijngaarden voeren.  Het is dan ook verrassend dat wanneer je nog steeds verwacht in deze streek te zijn, dit op enig moment abrupt stopt en de tarwe, gerst en aardappelen de landbouwvelden vullen. Vervolgens doemen de wijngaarden zo’n vijftig kilometer zuidelijker dan gewoon weer op. We horen dat dit te maken heeft met een vorm van protectionisme die er voor moet zorgen dat champagne een exclusief product blijft met daarbij behorende exclusieve prijzen. Het is blijkbaar niet eenvoudig om zomaar een champagnewijngaard te bemachtigen.

We geraken ook onder de indruk van de eindeloze lange paden en wegen. Denk aan de 16 kilometer  goed doorstappen langs het Canal lateral à la Marne, op de route van Trépail naar Châlon-en Champagne. Het klinkt eindeloos maar uiteindelijk is het een wandeling die wel enige voeding geeft aan het pelgrimsgevoel: De lengte van de etappe, de rust van het kanaalwater en de stilte van de omgeving. Mede omdat het rustig is onderweg, maken deze omstandigheden het  mogelijk om hoofd en hart de ruimte te geven. Gedachten of juist gedachtenloos, genieten van een bloemetje, de blauwe lucht of gewoon elkaars gezelschap.
De paden en wegen die ook  in naam herinneren aan hun oorsprong, zoals  Rue Basse des Romains of Rue Haute des Romains lijken nooit op te houden en nauwelijks afslagen te kennen. Ze herinneren concreet aan Sigeric. Het zijn op warme en zonnige dagen tochten over voornamelijk grindpaden, met klimmen en dalen en geregeld slechts beperkte schaduwmogelijkheden. Links en rechts van het pad het snel rijzende graan en af en toe de oversteek van een geasfalteerde verbindingsweg. Soms bekruipt je het gevoel, ‘waar ben ik mee bezig?’, maar even later is daar de verrassing van toch weer een nieuw perspectief  als de weg een nieuwe hoogte heeft bereikt. Zo is er het pad naar de verzameling windmolens onderweg naar Coole. Eerst zijn het stipjes aan de horizon, maar langzamerhand groeien ze uit tot omvangrijke palen, moet je omhoog kijken om ze goed te kunnen bekijken als je ze eindelijk bereikt hebt en is de stilte zomaar doorbroken door de slag van de wieken.

Weer anders is de beleving op die paar dagen als een groot deel van de route door het bos gaat. Dat klinkt aantrekkelijk vanuit het schaduwidee op warme dagen. En dat is het ook wel. Maar meer dan 10 kilometer over een breed pad met slechts enkele afslagen door een ‘fôret’  werkt op verschillende manieren. Je kunt er een tweedeling in aanbrengen. Het eerste deel is verademend en het groen van de bomen, het geritsel van de bladeren en het gezang van de vogels, zorgen voor lucht. Het zicht is als het ware beperkt door de immense bomenrijen en de breedte van de paden, dus het enige wat rest is ook slechts ademhalen en energie verzamelen. Dat klinkt een beetje zwaar, maar tijdens de wandeling naar Clairvaux en Leffonds voelde dat wel een poosje zo. Het is dan bedoeld als energie verzamelen, lucht paraat hebben voor het tweede deel. Want een zo lange tocht door het donkere  bos vraagt toch enig geduld en doorzettingsvermogen, zeker als je graag wat verder kijkt, als de benen wat zwaarder gaan wegen en je soms even de vraag bekruipt of het bos nog wel een uitgang heeft. En ja, de weg naar buiten doemt altijd weer op. Die is dan verrassend en bijzonder tegelijk. Je loopt toch nog onverwacht langs de muren van de abdij van Clairvaux en nadert zo geleidelijk een bijzondere wereld of onderweg naar Leffonds loop je na uren zomaar binnen in een gehuchtje waar gewoon mensen wonen en je je dopper kunt laten vullen met water.

We zijn zeker gecharmeerd van de dagen dat we van dorpje naar dorpje kunnen lopen. Zo elke drie, vier kilometer een nieuw plaatsje geeft een ander wandelritme dan de hiervoor beschreven wandelingen. Het is best prettig om steeds zo een soort piketpaaltje te hebben om naar toe op weg te zijn, opnieuw het volgende punt te bepalen en proberen daar zicht op te krijgen. Ook nu is het klimmen en dalen op zijn tijd, nu wat hoger, dan wat lager, maar het zicht op een kerktorentje doet soms de pas versnellen en maakt het gewicht van de rugzak lichter, zeker naarmate de dag vordert. De  charme zit hem vooral ook in de mensen die je onderweg tegenkomt en graag even een praatje maken.  Dat praatje is uit gastvrijheid en de vraag of we misschien iets nodig hebben, maar kent natuurlijk ook een gezonde nieuwsgierigheid. Toch is dat leuk. We krijgen zodoende een aanbeveling voor een champagnehuis in de regio en een naam met telefoonnummer voor het geval we de weg kwijt zouden raken. Of het geeft te mogelijkheid om even een gewoon toilet te gebruiken in plaats van de mogelijkheden van moeder natuur.  
En op het terrasje van een barretje smaakt de koffie prima, en worden we meteen ook getrakteerd op morellen door de eigenaar van het vrijdagse groentestalletje. Het zijn gezellige praatjes en de bekendheid van deze Fransen met Nederland bestaat uit de tulpen van de Keukenhof en Madurodam.
De dorpjes maken overigens wel een verlaten indruk. De kerkjes zijn vaak op slot, er zijn geen winkels meer en de onbewoonde huizen, doen vervallen aan. Ze staan te koop, wie weet hoe lang al en de staat van de woningen zal de verkoop niet bevorderen. De huizen waar wel mensen wonen, contrasteren in die zin met de leegstand. Mooie tuintjes, veel kleur en levendigheid door de mensen die er wonen, de blaffende honden die niet bijten en andere huisdieren. Als je er iemand spreekt dan vinden ze de leegstand jammer, maar het woonplezier is er niet minder om.

Het meest bijzondere van deze weken zijn de overnachtingsplaatsen. Zij geven de wandelingen een speciale kleur. We nemen op zijn tijd een hotelletje. We hadden er niet zo bij stil gestaan, maar veel van de adressen uit ons boekje blijken  chambres d’hôtes (CH) avant la lettre, te zijn.  Een enkele is een officiële, volgens de huidige maatstaven zeg maar en is dan ook als zodanig ingericht en georganiseerd met overigens voelbare gastvrijheid. Bij het merendeel van de ‘originele’ mag je gebruik maken van de logeerkamer, de douche en het toilet, lekker in het zonnetje zitten op het terras en ’s avonds mee-eten. Dat varieert van een met liefde bereide magnetronmaaltijd tot een meergangenmenu met champagne als apéritief, een salade vooraf, fromage na het hoofdgerecht en een toetje. Het gaat dan natuurlijk niet zozeer om het eten zelf als wel om de gesprekjes en gezelligheid aan tafel. Het is boeiend van elkaar te horen, je voor elkaar te interesseren en wetenswaardigheden uit de streek te horen. We redden ons aardig in het Frans en als er iemand is die Engels spreekt, wordt het een mix van deze talen. Waar we Frans geleerd hebben? ‘Op school’. Op school? De meesten zijn verrast dat er in het voortgezet onderwijs in de onderbouw Frans onderwezen wordt. Wij teren in elk geval nog op ons schoolfrans, van de hele schooltijd overigens. Het blijkt nog steeds een aardige basis om zo nodig met wat handen en voeten en de googlevertaling op de telefoon, leuke gesprekken te kunnen voeren.                         Bij deze logementen bepaal je zelf wat je wilt betalen. Op een van de logeeradressen ontmoeten we een Vlaams stel dat op de fiets naar Rome op weg is. Dat is een gezellige avond.                                                                                                                             Australiërs die we de eerste dag al een keer onderweg tegenkwamen, treffen we enkele dagen later in de overnachtingsplek die beschikbaar gesteld is in een beschermde woonvorm. Een aantal kamers is te huur voor wandelaars op route. Je kunt er ook mee-eten. De twee hebben er flink de pas in want ze hebben vanwege de beperkte verblijfsmogelijkheid in Europa, echt maar 90 dagen ter beschikking om van Canterbury in Rome te komen.
In Chateauvillain heeft de gemeente een flatje ingericht voor wandelaars/pelgrims. Er kunnen maximaal 7 mensen overnachten. Het kost enige moeite om de juiste persoon te pakken te krijgen waar de sleutel op te halen is, maar gelukkig komt het goed. Wij zijn er die dag alleen en lezen in het gastenboek dat er regelmatig iemand overnacht, maar zeker niet dagelijks.
Mooi is de overnachting bij de zusters in Clairvaux. Buiten de kloostermuren beheren ze een aantal huizen die ze deels zelf bewonen en deels beschikbaar stellen als overnachtingsplek voor familieleden van gedetineerden in de nabije gevangenis. Als er bedden over zijn, kun je er als wandelaar overnachten. De gevangenis is gevestigd in een omvangrijk deel van het klooster. Ook vanavond mogen we mee-eten. De gesprekken aan tafel geven een inkijkje in het leven van deze gepensioneerde zusters.  En uiteraard gunnen we hen ook een inkijkje in ons leven.
Een leuk verschil met vorig jaar is dus dat we deze weken diverse mensen zijn tegengekomen die ook onderweg naar Rome zijn. Op de fiets, te voet, in één keer of in etappes. We maken ook nog kennis met iemand uit Duitsland, eveneens vorig jaar begonnen, nu een stukje doet en dan later in het jaar weer verder gaat met de Via Francigena. Zo doet ieder dit op zijn of haar eigen wijze en blijkt maar weer eens te meer dat ondanks dat Rome het uiteindelijke eindpunt is, toch vooral de weg die je gaat, het onderweg zijn met alles wat daarbij hoort, als doel van de reis ervaren kan worden.


Voor dit moment is Langres het eindpunt. Het is een leuke stad om dit gedeelte van de reis mee af te sluiten. Een oud, historisch centrum met vestingmuren en een fiks aantal poorten en torens zijn kenmerkend voor het stadsbeeld.


Het rondom de stad lopen over de stadsmuren geeft de mogelijkheid om zowel de stad zelf als het gebied eromheen vanuit wisselend perspectief te bekijken.  Dan valt het verschil in de staat van onderhoud van de monumenten zeker op, maar de sfeer is wel behouden. We kunnen terugkijken op waar we vandaan zijn gekomen en uitkijken naar waar we verderop zullen passeren. Het uitzicht vanaf de toren van de kathedraal reikt nog wat verder en je ziet langzamerhand de hoogten in het landschap toenemen.                                                    Een bezoekje aan het stadsmuseum draagt bij aan het verduidelijken van de lange geschiedenis van de stad en haar directe omgeving. Het beetje cultuursnuiven, de imposante rust van de kathedraal, de gezelligheid van een terrasje en  de levendigheid van het stadse leven, zorgen voor enerzijds een mooie aanvulling op en anderzijds een aangename balans met de stilte, weidsheid en buitenleven van de dagen daarvoor.                                                                                                          

Genoeg om te laten bezinken en ruimte te maken voor de volgende weken, later dit jaar.




maandag 4 juni 2018

De etappes Reims -Langres 18 mei tot en met 30 mei 2018

18 mei aankomst in Reims




19 mei Reims- Trépail
Canal lateral a la Marne
Aanduiding wijnhuis bij wijngaard
       

20 mei        Trépail – Châlon en Champagne

Onderweg
Kanaal 
wijngaard

sluisje
 21 mei        Châlon en Champagne – Coole
Vertrek in Chalon
Onderweg naar de windmolens

veel klaprozen 
 22 mei         Coole – le Meix Tiercelin

Binnenplaats overnachtingsplek 
23 mei        le Meix Tiercelin – Balignicourt
De straatnaamaanduiding oude Romeinse weg
Stilleven
Wegwijzers



Bloemenpracht 



24 mei       Balingicourt – Brienne-le-Château




25 mei        Brienne-le-Château-  Dolancourt
Beekje in Dolancourt

26 mei       Dolancourt -  Clairvaux
Onderweg in Bar s/Aube
Binnen de abdijmuren van Clairvaux



27 mei    Clairvaux – Châteauvillain

Pelgrimsverblijf Chateauvillain 

De was kan drogen 

onderweg 

28 mei  Châteauvillain – Leffonds

Boomstammen duizenden 

29 mei Leffonds – Langres
duiding wandelroute in Langres

Kathedraal Saint-Mammes

omgevingsblik vanaf de toren 
Station Langres voor terugreis naar Reims