donderdag 10 oktober 2019

Siena – Rome Het laatste deel van de Via Francigena


3 september tot 17 september 2019 

Inmiddels is het bijna een jaar geleden dat we onze tocht (voorzien) staakten in Aosta, na een prachtige route door Zwitserland. We besloten toen om in 2019 jaar niet het hele resterende deel te lopen en nog te bekijken waar we zouden starten om in een paar weken lopen in Rome aan te kunnen komen. De keuze valt op Siena. Tot Rome is dat nog een zo’n 280 kilometer volgens het boekje.


Hier volgt een kort verslag. In een andere post zijn de afzonderlijke etappes weergegeven.

Na wat wikken en wegen besluiten we met de trein te reizen naar onze startplaats. Met een interrail voor 5 dagen binnen een maand reizen moet dat te doen zijn. Dat klopt ook uiteindelijk. De heenreis vertrekken we op  1 september rond 8 uur  vanuit Goes en nemen we de nachttrein vanuit München tot Verona. Vandaar reizen we verder met een paar treinen naar Siena en arriveren daar op 2 september om een uurtje of 11. Dat is met recht een vlotte reis te noemen. Terugreizen doen we overdag en nemen daar de resterende drie dagen van de interrail voor. Met Innsbrück en Duisburg als overnachtingsplek kunnen we tijdens de reis genieten van mooie landschappen, vooral in Italië en Oostenrijk. Even vreesden we voor een reis door tunnels maar dat was geenszins het geval.












Ondanks dat het een jaar geleden is en we natuurlijk wel de nodige kilometers hebben gemaakt, zijn we snel weer gewend aan het rugzakbestaan. In Siena hebben we bij aankomst tijd om rond te kijken, ook op plekken die we nog niet kenden. Zo komen we bijvoorbeeld  terecht in de synagoge en krijgen we naast een rondleiding in het gebouw ook  informatie over de Joodse gemeenschap in Italië en meer specifiek in Siena. Het is nu nog een kleine maar wel hechte groep mensen. We horen over hun geschiedenis en de moeiten van het kunnen blijven bestaan, zoals tijdens de oorlogen en de tijd onder Mussolini.


                                                                  
 Het blijft hoe dan ook leuk om eigenlijk elke dag in de weken die volgen, steeds op een of andere manier de geschiedenis in te stappen. Dat komt dan vooral door de vele bewaarde oude gebouwen van diverse soorten. Voornamelijk zijn dit toch wel kerken en woonhuizen of oude huizen die nu fungeren als restaurants of winkels. Het is een groot verschil per plek hoe een en ander onderhouden wordt. Ik weet niet of er zoiets bestaat als een monumentenregistratie en daarmee ook de afspraak om goed voor die monumenten te zorgen. Er zijn plekken bij waar je kunt spreken van vergane glorie en hier en daar bouwval waar gebouwen op instorten staan. Maar in de oude stad in Bolsena,Viterbo of Sutri bijvoorbeeld is het leuk rondkijken en binnenlopen. Veel trappen, nauwe straatjes, gevelbeeldjes of schilderingen en inpandig verschillende niveaus. Het valt op dat overal veel rommel op straat ligt en als er verzamelbakken of containers zijn er enorme hoeveelheden afval naast liggen. Met uitzondering van het oude deel van Rome zie je ook geen vuilniswagens of anderszins dat de straat wat schoongeveegd wordt. Dit in tegenstelling tot de gigantische hoeveelheid politie en militairen die zelfs ook in de kleinere plaatsen prominent aanwezig is.



In de loop van de weken zien we diverse landschappen aan ons voorbijtrekken. De heuvels van Toscane met de door de cipressen afgescheiden percelen. Het geeft een rustige aanblik. Het doet je neigen om beetje bij beetje te kijken, je hoofd mee te draaien om te zien wat er na de volgende rij bomen volgt. Dat wordt nog wat aangemoedigd door de verschillende kleuren van de akkers, weilanden. Soms is het kale grond, maar geregeld is er nog wat mais of een ander gewas op waar te nemen. In de buurt van Montefiascone zijn er talloze wijngaarden. Dat voelt vertrouwd, want in Frankrijk en Zwitserland waren er ook hele stukken met wijngaarden. De beroemde en geroemde wijn uit de omgeving van Montefiascone, Est-est- est, is inderdaad het proeven waard.

Zo’n 75 kilometer boven Rome worden we naast percelen olijfgaarden, verrast door de hazelnootboomgaarden. Niet alleen omdat we zodoende bijna de hele dag in de aangename schaduw   van deze bomen kunnen lopen, maar omdat het er werkelijk heel veel zijn. De oogst is gaande. De ‘bladblazers’ blazen de noten van de bomen en  zorgen er voor dat de noten verzameld worden op strategische punten in de boomgaard. Zoals spruitjes en aardappelen machinaal geoogst kunnen wordt, kunnen ook deze noten op eenvoudige wijze in de laadbak van een tractor geladen worden. Leuk om dat zo even waar te nemen.

Evenals de vorige tochten hebben we diverse overnachtingsplekken. Regelmatig een Bed en Breakfast, een enkele keer een hotelletje. We hebben ook een paar keer gebruik gemaakt van een Ostelia. We waren dam de enige slapers. Bij Ponte de Rigo werden we er door verrast. Het was een welkome plek omdat we zodoende een lange etappe goed konden knippen. Het onderkomen is gesitueerd naast het kerkje van de parochie st.Elisabeth. Het blijkt een vrij nieuw gebouw te zijn(2016) maar het is een prima onderkomen. We hebben er een heerlijk relaxte middag en een prima overnachting.            Heel leuk zijn de appartementjes. Het klinkt zodoende misschien niet echt pelgrimachtig, maar goed voor ons is de Via Francigena vooral ook een wandeltocht die we in onze vakanties doen. De ervaringen zijn zeker zo nu en dan als van een pelgrim, maar ach, uiteindelijk is het hele leven een soort pelgrimstocht. Maar de appartementjes dus: in Aquapendente verblijven we gewoon in een compleet ingerichte woning, midden in het centrum. Schilderijen aan de muur, eethoek en een lekkere bank, boekenkasten vol. We krijgen de indruk dat de eigenaar gelijkvloers en kleiner is gaan wonen en deze woning nog niet kwijt wil. In Montefiascone moeten we aanbellen bij een hek, een trap op naar boven en als de deur opengaat worden we hartelijk verwelkomd door de eigenaresse. We staan in een ruime hal. Zijn woont op de bovenverdieping en wij kunnen gebruik maken van de etage beneden. Weer alles er op en er aan en een tuin. We koken zelf wat en kunnen lekker buiten eten. Ons stekje in Rome is in een beetje buitenwijk, in een flat. Ook alle ruimte en privacy. Het is een leuke ervaring en zeker als de mensen er nog zelf wonen, mooi tijd voor een praatje of gewoon wat tips om nog even rond te kijken.

Waarschijnlijk is deze tijd van het jaar een rustige looptijd. We komen wel regelmatig andere lopers tegen, maar zoveel zijn het er niet. Het valt op dat het overgrote deel het stuk Siena- Rome doet. Dat doen wij op zich ook, maar we hebben ook al een ander groot gedeelte gelopen. Het blijkt dat deze afstand echt als reis verkocht wordt. We komen Spanjaarden, Britten, Vlamingen, een Italianen, Fransen, Zwitsters en Nederlanders tegen. Met name op terrasjes is het dan raak, want ieder lijkt wel zo’n beetje op hetzelfde punt even te willen pauzeren.


Dichter bij Rome voel je dat je een grote stad nadert. De bebouwing neemt toe en het verkeer is drukker. Dat is vooral te merken in de laatste etappe. La Storta – Roma. De afstand is ongeveer 15 km. Onze route leidt ons over de Via Trionfale. Dat is eigenlijk één lange weg met veel verkeer. Wellicht dat er inmiddels ook een wat rustigere route bestaat. Thuisgekomen heb ik daar nog eens even naar gekeken en dat is inmiddels wel mogelijk en daarmee ook aan te bevelen. Niettemin is het best bijzonder om zo beetje bij beetje de oude stad verder in te gaan en uiteindelijk bij de st Pieter aan te komen. Het voelt goed. We krijgen een heuse oorkonde.            

 We blijven nog een paar dagen in Rome. Het is er heel druk, maar het lukt om een paar rustigere plekken op te zoeken zoals het Parc Borghese.

Het was een mooie tocht: in elk land waar we doorheen gekomen zijn en ook wel in de diverse streken, hebben we mogen genieten van de eigenheid van dat specifieke deel. Het was mooi, het was ook pittig op zijn tijd. Het aangename van lopen is dat je in de cadans van je pas, de omgeving die steeds weer uitnodigt om gezien te worden, de mogelijkheid hebt om je gedachten te laten gaan, gewoon een poosje nergens aan te denken, een praatje te maken of een boom op te zetten. En al is het stap voor stap, je komt gewoon op de plek waar je naar toe wilt om vervolgens weer verder te gaan.

woensdag 9 oktober 2019

Afzonderlijke Etappes Siena – Rome


3 september tot en met 17 september 2019 




3 september    Siena     Luciano d’Arbia

  


Infobord
Gezicht op Siena


4 september    Luciano  d’Arbia  -   Torrenieri

Wijngaarden 

Onderdeel van een beeldenroute langs VF

Ponte d''Arbia

Zonnebloemvelden 

5 september   Torrenieri -   Castiglione d’Orcia
Onderweg

San Quirico d'Orcia

6 september  Castiglione d’Orcia  - Radicofani
Bagni San Filippo


Onderweg

7 september  Radicofani-  Ponte de Rigo

Zicht op Radicofani


Vergezichten onderweg

De overnachtingsplek in Ponte de Rigo 

8 september  Ponte de Rigo-  Acquapendente


Vanuit ons appartementje 

Deel van een collage ergens in de stad

9 september  Acquapendente  - Bolsena
1
Bolsena Oude Stad

Bolsena Oude stad 


0 september  Bolsena – Montefiascone
Meer van Bolsena 

Montefiascone

Bordje met 100km tot Rome 

11 september  Montefiascone – Viterbo
De oude cassia 


Onderweg 

12 september  Viterbo
In het pauselijk paleis

Raam in kerk bij pauselijk paleis

Gezicht op de stad

13 september  Viterbo - Vetralla
Olijfgaarden

 14 september  Vetralla-  Sutri
De hazelnootbomen

Feest in Sutri 


mooi in de vruchten 



















15 september  Sutri – Campagnano di Roma
Onderweg

16 september  Campagnano di Roma-  La Storta
De kerk in La Storta

17 september  La Storta - Roma
We zijn er bijna

Kilometers lang...

Sint Pietersplein



dinsdag 2 oktober 2018

Vervolg: Besançon - Aosta 25 augustus tot en met 11 september 2018

Bijna 3 maanden geleden hebben we het gedeelte van de Via Francigena Reims- Langres gelopen. Nu is het weer tijd voor een volgend stuk. Gezien de beschikbare tijd en de wens om in elk geval de Grote Sint- Bernardpas te passeren, slaan we een stukje over en vervolgen onze reis vanaf Besançon  tot aan Aosta. Dat betekent dat we zowel Frankrijk, Zwitserland en Italië aandoen.

In meerdere opzichten is het opnieuw een mooie ervaring. Het leuke is dat de route echt weer door een totaal andere omgeving gaat, de ontmoetingen nog steeds verrassen en de soort overnachtingsplaatsen toch hier en daar weer verschillen van het vorige gedeelte.  Alvorens echt op pad te gaan, kijken we een dagje rond in Besançon. Dat blijkt een leuke stad te zijn. Licht, mooi opgeknapte historische gebouwen, waardoor oud en nieuw een prima mix vormen. Het is echt een oude stad en komt al sinds de Romeinse tijd op één of andere wijze in de geschiedenisboeken voor. De Citadel, die gebouwd werd in opdracht van Lodewijk XIV door Vauban staat sinds 2008 op de Unesco- werelderfgoedlijst. Het ademt geschiedenis uit en het brengt je bij allerlei vragen. Denk hierbij aan het lijkende onvermogen om te leren van de geschiedenis als het gaat over de onzin van oorlog en geweld. Tegelijkertijd biedt dit bouwwerk vandaag de dag een prachtig gezicht over de stad en de wijde omgeving. Het is een heldere dag dus onze blik reikt een heel eind. Het geeft meteen een indruk van de hoogten in het landschap in de richting van onze wandeletappes. We zijn gewaarschuwd.

Vanaf Citadel in Besancon
In de weken die volgen, lukt het om na Besançon ook met regelmaat in verschillende plaatsen wat verder rond te kijken. Groter en kleiner, dat maakt dan niet zo heel veel uit. Soms is het handig als je uiteindelijk niet zoveel tijd hebt omdat het wat tegenvalt, maar dat is ook persoonlijk. Dat was bijvoorbeeld zo in Pontarlier. Daar moet je het vooral hebben van de ligging en de geschiedenis van de stad. Het is de op twee na hoogst gelegen stad in Frankrijk, toch een bijzonderheid om daar dan lopend binnen te komen. Er zijn niet zoveel zichtbare herinneringen meer aan bijvoorbeeld oude tijden, maar het is wel een echte doorgangsplek in de Jura en heeft in vroeger tijden een belangrijke rol gespeeld voor reizigers en pelgrims. Vanaf Pontarlier is het in elk geval zo dat we met regelmaat mensen ontmoeten die ook onderweg zijn op de Via Francigena.

Restant poort in Pontarlier
Het eerste stadje dat we aandoen, overnachten in Zwitserland is Orbe. We hebben nog een poosje de tijd om rond te kijken. Ook hier hebben de Romeinen hun sporen nagelaten. Het stadje ademt ook van later tijd nog geschiedenis uit, al dan niet met tastbare resten. Men heeft geprobeerd om de uitstraling van het centrum, historisch te laten zijn en het overblijfsel van de stadswal biedt mooie uitzichten op de omgeving.
Meteen daarna volgt Lausanne. Het is een moderne, levendige stad. Net niet druk te noemen, maar wel is duidelijk te merken dat er allerhande internationale organisaties hun zetel hebben en dat daar mensen bij betrokken zijn die behoorlijk wat uit te geven hebben. 
We zijn er deels op zaterdag en deels op zondag en het is gewoon leuk om er wat rond te lopen. We bekijken de Kathedraal en treffen de zaterdagmarkt in de winkelstraten. De handelswaar is voornamelijk verse waren, zoals groente, fruit, vis en bloemen, maar gezellig wordt het door de straatartiesten die her en der hun act opvoeren. Als je de benen wat rust wilt geven en je wilt vanuit het centrum naar het meer van Geneve, dan is het aan te bevelen om de metro te nemen. Het is mooi weer op de dagen dat we in Lausanne zijn en het is zodoende prima vertoeven aan het meer. Een komen en gaan van veerboten, veel zeilboten en je kunt om je heen blijven kijken en genieten van het berglandschap in de wijde omtrek.
Lausanne
Lausanne











Ook in Saint- Maurice en in Martigny wat minder, twee vervolgplaatsen op de route, hebben we gelegenheid om wat van de sfeer van de stad te proeven. De overnachtingsplaats in Saint-Maurice, het gastenverblijf van de Abdij, is enigszins behulpzaam om je in wat vroeger jaren te wanen. Dat Sigeric in Saint-Maurice overnacht heeft, helpt daar natuurlijk ook bij. Het is niet zozeer het gebouw zelf als wel de entourage van een abdij die dat bewerkstelligt. De kerk die erbij staat, heeft een koperen deur met zowel aan de binnen en buitenkant versierselen. Met name de binnenkant maakt indruk; daar zijn de namen van 270 martelaren in gegraveerd. Tijdens het ontbijt praat de broeder die de overnachtingen regelt, ons bij over de geschiedenis van het klooster door de eeuwen heen. Door de ligging en doorgankelijkheid is Saint- Maurice in de loop der jaren een echte handelsstad geworden. Denk hierbij ook aan de rol en voordelen van de nabijheid van de rivier de Rhône.
In Martigny sta je feitelijk aan het begin van het dal naar de Grote Sint-Bernardpas. Het is een vrij grote en levendige plaats. Om echt iets te bezichtigen hebben we helaas niet echt tijd meer, maar het is wel lekker om daar gewoon een beetje rond te lopen, een terrasje te pikken en de ruimte die de stad wel lijkt te hebben op te nemen.
Ons eindpunt voor deze keer is Aosta. Dan schrijf je alweer Italië. Daar is het oud en nieuw zodanig gemixt dat je van het een in het ander loopt. De stadspoorten en -muren stralen het oude uit en de drukte, het vernieuwde van de winkelstraten in het centrum, laten je merken dat het 2018 is. Geen stad zonder een park en dat is hier een heerlijk plekje om op een warme namiddag van september te vertoeven.












De stadjes en dorpjes zijn de mooie tussenstations, ijkpunten onderweg, maar vormen ook de afwisseling op de vele prachtige natuur waar we doorheen wandelen. Evident is dat het vlakke land in dit deel de tocht even niet aan de orde is. Beetje bij beetje komen we wat hoger om uiteindelijk op de  2500m hoogte van de Grote Sint- Bernard uit te komen. Weilanden, hier en daar nog wat akkerbouw vormen een deel van het landschap. De koeien zijn grotendeels voorzien van bellen en dat zorgt af en toe voor ware concerten. Tegelijkertijd geeft het ook een desoriëntatie, als er kuddes aan weerskanten van een pad zijn. Met name in de ‘echte’ bergen zijn we een aantal keer getuige van een verplaatsing van hele kuddes runderen of soms ook geiten en schapen. De herders en een hond maken dan het idyllische plaatje compleet.

We banen ons ook een aantal keren een pittige weg door het bos. Behoorlijke klimmetjes op bospaden, smal hier en daar, waar een misstapje een valpartijtje naar een paar meter lager kan opleveren. Maar ondanks die zekere ontberingen is het er mooi en het is er vooral stil. Een stilte die op een paar dagen aangenaam wordt vergezeld van het geluid van een rivier. Als er weinig anders is aan geluid, dan merk je de veranderingen in het volume, stroomsnelheid, obstakels in het water, gewoon aan wat je hoort van het stroomgeluid van de rivier. Natuurlijk maakt het ook verschil op welke afstand je geraakt als jij klimt en de rivier op hetzelfde niveau blijft.
Het bijzondere van het steeds een beetje hoger komen, draagt er aan bij dat het je bewust maakt van de veranderende vegetatie. De aanwezigheid van de (soorten) bomen, het passeren van de boomgrens, het aantrekkelijke van de kale wanden van de bergen, die toch ook weer niet zo kaal blijken, bij nader inzien. Integendeel. Het was steeds prachtig helder weer en dan krijgen de kleuren van de mossen waarmee delen van de wanden begroeid zijn, verdieping en zijn de schakeringen onmiskenbaar indrukwekkend. Dat geldt ook voor het reliëf van de wanden, dat door de tand des tijds en allerhande (weers) invloeden die daarbij horen, is gevormd.

De Orbe

 Heel verrast zijn we door de enorme hoeveelheid wijngaarden die in het Zwitserse deel zo vanaf Lausanne, Villeneuve tot om en nabij Martigny prominent het landschap bepalen. Wat meer cultuur, maar voor het oog en beleving toch wel natuur. Ondanks de diverse aanbevelingen zijn we aan het proeven van Zwitserse wijn helaas niet echt toegekomen.
Of je er nu voor het eerst komt of bij herhaling, het wandelen door de bergen doet verwonderen en verbazen. Het maakt niet uit of je klimt of daalt. Steeds is er een nieuw vergezicht, is er even later een restje sneeuw te zien op een van de toppen, of zorgt de zon voor een spotlight op een bergdorpje ergens halverwege of in een dal dat zomaar ineens in het vizier komt. Zoals gezegd hielp het heldere weer een handje om dit zo te kunnen ervaren. Zoals ook vroeg in de ochtend als de nevels nog in de dalen hangen en met het opkomen van de zon je ze werkelijk ziet oplossen. Met het imposante van het berglandschap voor ogen, begrijp je opnieuw de verwondering die het vlakke land en het water, de kustlijn bij ons met zich meebrengen.


Het is wel even goed te vermelden dat we een enkel stukje met het openbaar vervoer hebben gedaan. Regelmatig bekruipt ons de gedachte dat Sigeric ongetwijfeld af en toe eens een stukje op een paard of met een paard en wagen heeft kunnen doen en dat het dan wel aardig is om het ook eens even anders te doen. Een keer namen we de trein tijdens de etappe  Orbe - Lausanne, om een blarenvoet  wat rust te gunnen. Vanuit Lausanne naar Villeneuve kun je de boot nemen. Dat is een prachtige vaartocht over het meer van Geneve.  En we kozen nog een keertje voor een stukje treinen van 10 minuten ingegeven door de aanwijzing hiertoe in de routebeschrijving. Dat is gezien het pittige karakter van de rest van die etappe (Martigny- Orsiéres) een goede keuze geweest.


De ontmoetingen en overnachtingen kunnen ook deze keer niet onvermeld blijven en maken de tocht feitelijk zo bijzonder.
Tussen Reims en Langres waren we ‘eindelijk’ al eens een paar Via Francigenagangers tegengekomen, maar deze keer hebben we toch weer wat meer mensen ontmoet die op een of andere manier de hele of gedeeltelijke Via Francigena lopen. Sommigen vanuit Canterbury of vanuit huis, anderen met als aanlooproute GR 5 en variërend afkomstig uit Nederland, België, Engeland, Zweden, Duitsland. Lausanne blijkt een geliefd startpunt te zijn. Het is aardig te ontdekken dat ieder vanuit persoonlijke en daarmee verschillende motieven of inspiratie op weg gaat. Ook leuk is als je elkaar onderweg tegenkomt, een kopje koffie samen drinkt en daarna elk weer in je eigen tempo en op je eigen weg verder gaat.  Of ’s avonds samen wat eten en elkaar daarna niet meer zien omdat je een andere overnachtingsplaatsen kiest.
Soms voelt het een beetje ontheemd als je elke avond op een andere plek en in een ander bed slaapt: Een paar hotelletjes, verschillende B&B’s, of  een gastenverblijf bij een klooster, de hospice op de Grote Sint Bernard en een retraitecentrum…….. Elk heeft dan zo een eigen charme. Het is hoe dan ook uiteindelijk prettig dat er wat afwisseling in zit, maar ook dat je weer verplaatst. Al was het alleen al omdat de ene plek de andere niet is en het gewoon een uitdaging is om elke dag weer even de overnachtingsplek voor de volgende dag te regelen. Dat ontheemde gevoel is ook  betrekkelijk natuurlijk, want met het verstrijken van de tijd ga je je bij  het lopen van de ene plek naar de volgende, best een beetje ' thuis' voelen. Zeker als je er bij bedenkt dat alles wat je nodig hebt in een rugzak met nog geen 10 kg gewicht zit. Heel eenvoudig en overzichtelijk allemaal, weinig om je druk over te moeten maken. 

Bij de overnachting in het gastenverblijf van het klooster in Saint-Maurice werd gevraagd of je je motivatie voor je wandeltocht wilde invullen. Er was een aantal keuze mogelijkheden: sportief, cultureel  of spiritueel of een combi. Gelukkig maar dat je bij alle drie een kruisje kon plaatsen. Want ook voor dit gedeelte van de route geldt opnieuw dat alle drie die elementen er voor zorgen dat het een bijzondere ervaring is. Je kunt er niet omheen dat het sportief te noemen is, want het klimmen en dalen of een behoorlijke afstand afleggen, zijn sportieve prestaties.                                                                                                                  Het culturele aspect is een soort constante. De andere omgeving, de streekeigen (eet)gewoonten en architectuur, de restanten van gebouwen uit vroeger tijden, de  manier waarop mensen met elkaar omgaan; je komt het de hele dag tegen en is een culturele ervaring in zichzelf.                                                                                                                Het spirituele overkomt je. We hebben op de zondagen de gelegenheid genomen om in de diverse plaatsen een viering bij te wonen. Op de ene plek werkte dat bevreemdend, een andere keer was er een warm welkom en de laatste keer hielp de omgeving mee om stilte te mogen beleven. Maar spiritueel werkt ook de ervaring van het geweldige van het landschap, de tijd en mogelijkheden die je onderweg hebt om gedachten de vrije loop te geven, je hoofd even leeg te maken en nieuwe gedachten en overwegingen weer toe te laten.
Het was een mooie vakantie en een mooi vervolg van een bijzondere weg, de Via Francigena. Volgend jaar korter of langer, een nieuw vervolg naar Rome. 


Zie voor etappeverdeling en meer foto's de vorige post.

Als gids maken we dankbaar gebruik van de handzame gids van Ben Teunissen, De Weg van de Franken deel 1 (en begin deel 2)