In meerdere
opzichten is het opnieuw een mooie ervaring. Het leuke is dat de route echt weer door een totaal andere omgeving gaat, de ontmoetingen nog steeds verrassen en de soort
overnachtingsplaatsen toch hier en daar weer verschillen van het vorige
gedeelte. Alvorens echt op pad te gaan,
kijken we een dagje rond in Besançon. Dat blijkt een leuke stad te zijn. Licht,
mooi opgeknapte historische gebouwen, waardoor oud en nieuw een prima mix
vormen. Het is echt een oude stad en komt al sinds de Romeinse tijd op één of
andere wijze in de geschiedenisboeken voor. De Citadel, die gebouwd werd in
opdracht van Lodewijk XIV door Vauban staat sinds 2008 op de Unesco- werelderfgoedlijst.
Het ademt geschiedenis uit en het brengt je bij allerlei vragen. Denk hierbij aan het lijkende onvermogen om te leren van de geschiedenis als het gaat over de onzin van oorlog en geweld. Tegelijkertijd
biedt dit bouwwerk vandaag de dag een prachtig gezicht over de stad en de wijde
omgeving. Het is een heldere dag dus onze blik reikt een heel eind. Het geeft meteen
een indruk van de hoogten in het landschap in de richting van onze
wandeletappes. We zijn gewaarschuwd.
Vanaf Citadel in Besancon |
In de weken die volgen, lukt het om na Besançon ook met regelmaat in verschillende plaatsen wat verder rond te
kijken. Groter en kleiner, dat maakt dan niet zo heel veel uit. Soms is het
handig als je uiteindelijk niet zoveel tijd hebt omdat het wat tegenvalt,
maar dat is ook persoonlijk. Dat was bijvoorbeeld zo in Pontarlier. Daar moet je het vooral hebben van de ligging
en de geschiedenis van de stad. Het is de op twee na hoogst gelegen stad in
Frankrijk, toch een bijzonderheid om daar dan lopend binnen te komen. Er zijn
niet zoveel zichtbare herinneringen meer aan bijvoorbeeld oude tijden, maar het
is wel een echte doorgangsplek in de Jura en heeft in vroeger tijden een belangrijke
rol gespeeld voor reizigers en pelgrims. Vanaf Pontarlier is het in elk geval
zo dat we met regelmaat mensen ontmoeten die ook onderweg zijn op de Via
Francigena.
Restant poort in Pontarlier |
Het eerste
stadje dat we aandoen, overnachten in Zwitserland is Orbe. We hebben nog een poosje
de tijd om rond te kijken. Ook hier hebben de Romeinen hun sporen nagelaten. Het
stadje ademt ook van later tijd nog geschiedenis uit, al dan niet met tastbare
resten. Men heeft geprobeerd om de uitstraling van het centrum, historisch te
laten zijn en het overblijfsel van de stadswal biedt mooie uitzichten op de
omgeving.
Meteen daarna
volgt Lausanne. Het is een moderne, levendige stad. Net niet druk te noemen,
maar wel is duidelijk te merken dat er allerhande internationale organisaties
hun zetel hebben en dat daar mensen bij betrokken zijn die behoorlijk wat uit te
geven hebben.
We zijn er deels op
zaterdag en deels op zondag en het is gewoon leuk om er wat rond te lopen. We
bekijken de Kathedraal en treffen de zaterdagmarkt in de winkelstraten. De handelswaar
is voornamelijk verse waren, zoals groente, fruit, vis en bloemen, maar
gezellig wordt het door de straatartiesten die her en der hun act opvoeren. Als
je de benen wat rust wilt geven en je wilt vanuit het centrum naar het meer van
Geneve, dan is het aan te bevelen om de metro te nemen. Het is mooi weer op de
dagen dat we in Lausanne zijn en het is zodoende prima vertoeven aan het meer. Een
komen en gaan van veerboten, veel zeilboten en je kunt om je heen blijven
kijken en genieten van het berglandschap in de wijde omtrek.
Lausanne |
Lausanne |
Ook in Saint- Maurice en in Martigny wat minder, twee vervolgplaatsen op de route, hebben we gelegenheid om wat van de sfeer van de stad te proeven. De overnachtingsplaats in Saint-Maurice, het gastenverblijf van de Abdij, is enigszins behulpzaam om je in wat vroeger jaren te wanen. Dat Sigeric in Saint-Maurice overnacht heeft, helpt daar natuurlijk ook bij. Het is niet zozeer het gebouw zelf als wel de entourage van een abdij die dat bewerkstelligt. De kerk die erbij staat, heeft een koperen deur met zowel aan de binnen en buitenkant versierselen. Met name de binnenkant maakt indruk; daar zijn de namen van 270 martelaren in gegraveerd. Tijdens het ontbijt praat de broeder die de overnachtingen regelt, ons bij over de geschiedenis van het klooster door de eeuwen heen. Door de ligging en doorgankelijkheid is Saint- Maurice in de loop der jaren een echte handelsstad geworden. Denk hierbij ook aan de rol en voordelen van de nabijheid van de rivier de Rhône.
In Martigny sta je feitelijk aan het
begin van het dal naar de Grote Sint-Bernardpas. Het is een vrij grote en
levendige plaats. Om echt iets te bezichtigen hebben we helaas niet echt tijd
meer, maar het is wel lekker om daar gewoon een beetje rond te lopen, een
terrasje te pikken en de ruimte die de stad wel lijkt te hebben op te nemen.
Ons eindpunt voor deze keer is
Aosta. Dan schrijf je alweer Italië. Daar is het oud en nieuw zodanig gemixt dat
je van het een in het ander loopt. De stadspoorten en -muren stralen het oude
uit en de drukte, het vernieuwde van de winkelstraten in het centrum, laten je
merken dat het 2018 is. Geen stad zonder een park en dat is hier een heerlijk plekje
om op een warme namiddag van september te vertoeven.
De stadjes en dorpjes zijn de mooie tussenstations,
ijkpunten onderweg, maar vormen ook de afwisseling op de vele prachtige natuur waar we
doorheen wandelen. Evident is dat het vlakke land in dit deel de tocht even
niet aan de orde is. Beetje bij beetje komen we wat hoger om uiteindelijk op de
2500m hoogte van de Grote Sint- Bernard
uit te komen. Weilanden, hier en daar nog wat akkerbouw vormen een deel van het
landschap. De koeien zijn grotendeels voorzien van bellen en dat zorgt af en
toe voor ware concerten. Tegelijkertijd geeft het ook een desoriëntatie, als er
kuddes aan weerskanten van een pad zijn. Met name in de ‘echte’ bergen zijn we
een aantal keer getuige van een verplaatsing van hele kuddes runderen of soms ook geiten en schapen. De herders en
een hond maken dan het idyllische plaatje compleet.
We banen ons ook een aantal keren een
pittige weg door het bos. Behoorlijke klimmetjes op bospaden, smal hier en daar, waar een misstapje een valpartijtje naar een paar meter lager kan opleveren. Maar
ondanks die zekere ontberingen is het er mooi en het is er vooral stil. Een
stilte die op een paar dagen aangenaam wordt vergezeld van het geluid van een
rivier. Als er weinig anders is aan geluid, dan merk je de veranderingen in het
volume, stroomsnelheid, obstakels in het water, gewoon aan wat je hoort van het
stroomgeluid van de rivier. Natuurlijk maakt het ook verschil op welke afstand je
geraakt als jij klimt en de rivier op hetzelfde niveau blijft.
Het bijzondere van het steeds een
beetje hoger komen, draagt er aan bij dat het je bewust maakt van de veranderende vegetatie. De aanwezigheid
van de (soorten) bomen, het passeren van de boomgrens, het aantrekkelijke van
de kale wanden van de bergen, die toch ook weer niet zo kaal blijken, bij nader
inzien. Integendeel. Het was steeds prachtig helder weer en dan krijgen de kleuren
van de mossen waarmee delen van de wanden begroeid zijn, verdieping en zijn de schakeringen
onmiskenbaar indrukwekkend. Dat geldt ook voor het reliëf van de wanden, dat door
de tand des tijds en allerhande (weers) invloeden die daarbij horen, is
gevormd.
De Orbe |
Of je er nu voor het eerst komt of bij
herhaling, het wandelen door de bergen doet verwonderen en verbazen. Het maakt
niet uit of je klimt of daalt. Steeds is er een nieuw vergezicht, is er even later een restje sneeuw te zien op een van de toppen, of zorgt de zon voor een spotlight
op een bergdorpje ergens halverwege of in een dal dat zomaar ineens in het
vizier komt. Zoals gezegd hielp het heldere weer een handje om dit zo te kunnen
ervaren. Zoals ook vroeg in de ochtend als de nevels nog in de dalen hangen en met
het opkomen van de zon je ze werkelijk ziet oplossen. Met het imposante van het
berglandschap voor ogen, begrijp je opnieuw de verwondering die het vlakke land
en het water, de kustlijn bij ons met zich meebrengen.
Het is wel even goed te vermelden
dat we een enkel stukje met het openbaar vervoer hebben gedaan. Regelmatig
bekruipt ons de gedachte dat Sigeric ongetwijfeld af en toe eens een stukje op
een paard of met een paard en wagen heeft kunnen doen en dat het dan wel aardig
is om het ook eens even anders te doen. Een keer namen we de trein tijdens de
etappe Orbe - Lausanne, om een blarenvoet
wat rust te gunnen. Vanuit Lausanne naar
Villeneuve kun je de boot nemen. Dat is een prachtige vaartocht over het meer
van Geneve. En we kozen nog een keertje voor een stukje treinen van 10 minuten ingegeven door de aanwijzing hiertoe in de routebeschrijving. Dat is gezien het pittige
karakter van de rest van die etappe (Martigny- Orsiéres) een goede keuze geweest.
De ontmoetingen en overnachtingen kunnen
ook deze keer niet onvermeld blijven en maken de tocht feitelijk zo bijzonder.
Tussen Reims en Langres waren we ‘eindelijk’
al eens een paar Via Francigenagangers tegengekomen, maar deze keer hebben we toch
weer wat meer mensen ontmoet die op een of andere manier de hele of
gedeeltelijke Via Francigena lopen. Sommigen vanuit Canterbury of vanuit huis, anderen met als aanlooproute GR 5 en variërend afkomstig uit Nederland, België, Engeland,
Zweden, Duitsland. Lausanne blijkt een
geliefd startpunt te zijn. Het is aardig te ontdekken dat ieder vanuit persoonlijke
en daarmee verschillende motieven of inspiratie op weg gaat. Ook leuk is als je
elkaar onderweg tegenkomt, een kopje koffie samen drinkt en daarna elk weer in
je eigen tempo en op je eigen weg verder gaat.
Of ’s avonds samen wat eten en elkaar daarna niet meer zien omdat je een andere
overnachtingsplaatsen kiest.
Soms voelt het een beetje ontheemd
als je elke avond op een andere plek en in een ander bed slaapt: Een paar
hotelletjes, verschillende B&B’s, of een gastenverblijf bij een klooster, de
hospice op de Grote Sint Bernard en een retraitecentrum…….. Elk heeft dan zo
een eigen charme. Het is hoe dan ook uiteindelijk prettig dat er wat
afwisseling in zit, maar ook dat je weer verplaatst. Al was het alleen al omdat de ene plek de andere
niet is en het gewoon een uitdaging is om elke dag weer even de overnachtingsplek voor de volgende dag te regelen. Dat ontheemde gevoel
is ook betrekkelijk natuurlijk, want met
het verstrijken van de tijd ga je je bij het lopen van de ene plek naar de volgende, best een beetje ' thuis' voelen. Zeker als je er
bij bedenkt dat alles wat je nodig hebt in een rugzak met nog geen 10 kg gewicht zit.
Heel eenvoudig en overzichtelijk allemaal, weinig om je druk over te moeten
maken.
Bij de overnachting in het
gastenverblijf van het klooster in Saint-Maurice werd gevraagd of je je motivatie
voor je wandeltocht wilde invullen. Er was een aantal keuze mogelijkheden: sportief,
cultureel of spiritueel of een combi.
Gelukkig maar dat je bij alle drie een kruisje kon plaatsen. Want ook voor dit
gedeelte van de route geldt opnieuw dat alle drie die elementen er voor zorgen
dat het een bijzondere ervaring is. Je kunt er niet omheen dat het sportief te
noemen is, want het klimmen en dalen of een behoorlijke afstand afleggen, zijn sportieve prestaties. Het culturele aspect is een soort constante. De andere omgeving, de streekeigen (eet)gewoonten
en architectuur, de restanten van gebouwen uit vroeger tijden, de manier waarop mensen met elkaar omgaan; je komt
het de hele dag tegen en is een culturele ervaring in zichzelf. Het spirituele
overkomt je. We hebben op de zondagen de gelegenheid genomen om in de diverse plaatsen een viering bij te wonen. Op de ene plek werkte dat bevreemdend, een andere keer was er een warm welkom en de laatste keer hielp de omgeving mee om stilte te mogen beleven. Maar spiritueel werkt ook de ervaring van het geweldige van het landschap, de tijd en mogelijkheden die je
onderweg hebt om gedachten de vrije loop te geven, je hoofd even leeg te
maken en nieuwe gedachten en overwegingen weer toe te laten.
Het was een mooie vakantie en een
mooi vervolg van een bijzondere weg, de Via Francigena. Volgend jaar korter of langer, een nieuw vervolg naar Rome.
Zie voor etappeverdeling en meer foto's de vorige post.
Als gids maken we dankbaar gebruik van de handzame gids van Ben Teunissen, De Weg van de Franken deel 1 (en begin deel 2)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten